Ballettermen en hun Betekenis
Bij Elena Ballet vinden we het belangrijk dat onze leerlingen niet alleen de dansbewegingen leren, maar ook de bijbehorende ballettermen begrijpen. Hieronder vind je een overzicht van de belangrijkste ballettermen met een korte uitleg. Deze basiskennis helpt je om de techniek en de choreografieën beter te begrijpen en uit te voeren.
Waarom zijn Ballettermen in het Frans?
Ballettermen zijn in het Frans omdat de meeste ballettechnieken en -tradities hun oorsprong vinden in het hof van Frankrijk, met name tijdens de 17e eeuw onder het bewind van Koning Lodewijk XIV. Ballet ontwikkelde zich sterk aan het Franse hof, waar het een belangrijk onderdeel werd van de aristocratische cultuur. Lodewijk XIV, zelf een fervent danser, richtte in 1661 de Académie Royale de Danse op, de eerste officiële balletacademie ter wereld, en later de Académie Royale de Musique, die de basis legde voor wat nu bekendstaat als het Paris Opera Ballet.
De Franse dansmeesters en choreografen van die tijd legden de basis voor veel van de technieken en stijlen die we vandaag nog steeds in ballet gebruiken. Omdat deze academies en hun docenten Frans spraken, werden de termen in het Frans vastgelegd en verspreid over heel Europa en later de wereld.
Zelfs toen ballet zich verder ontwikkelde in andere landen, zoals Rusland en Italië, bleven de Franse termen behouden vanwege hun nauwkeurige en gedetailleerde beschrijvingen van de bewegingen en posities. Daarom worden ballettermen wereldwijd in het Frans gebruikt, ongeacht de taal van het land waar het ballet wordt beoefend.
Belangrijke ballettermen
Arabesque Een positie waarbij het lichaam op één been staat, terwijl het andere been recht naar achteren is gestrekt. De armen worden meestal in verschillende posities gehouden, afhankelijk van de variatie van de arabesque.
Assemblé Een sprong waarbij de danser van één been afzet en in de lucht beide benen samenbrengt voordat hij op twee benen landt.
Attitude Een positie waarbij één been gebogen en in de lucht wordt gehouden, meestal met het andere been rechtopstaand. De knie van het gebogen been is hoger dan de voet.
Balancé Een schommelende beweging waarbij het gewicht van de ene voet naar de andere wordt verplaatst, vaak met een lichte buiging van de knieën.
Battu Een term die wordt gebruikt om een beweging aan te duiden waarbij de voeten snel tegen elkaar klappen, zoals bij een battu jeté.
Changement Een sprong waarbij de danser van de vijfde positie springt en in de lucht de voeten wisselt voordat hij landt.
Coupé Een snijdende beweging waarbij de ene voet de andere vervangt en meestal wordt gevolgd door een sprong.
Dégagé Een beweging waarbij het werkende been van de vloer komt en vervolgens terugkeert naar de gesloten positie. Dit is vaak een voorbereiding op een sprong.
Demi-plié Een halve buiging van de knieën waarbij de hielen van de voeten op de grond blijven.
Développé Een beweging waarbij het werkende been langs het standbeen omhoog wordt getrokken en vervolgens wordt gestrekt in de lucht, meestal tot een hoge positie.
En Pointe Dansen op de punten van de tenen, meestal uitgevoerd door vrouwelijke dansers met speciale spitzen.
Fondu Een beweging waarbij het werkende been en het standbeen tegelijkertijd buigen en strekken.
Glissade Een glijdende beweging waarbij de ene voet de andere volgt en de danser een korte sprong maakt.
Grand Jeté Een grote sprong waarbij de danser van het ene been afzet en in de lucht het andere been naar voren zwaait, alsof hij door de lucht zweeft.
Pas de Deux Een dans voor twee personen, meestal een man en een vrouw, waarin ze samen dansen en elkaar ondersteunen in lifts en draaien.
Piqué Een beweging waarbij de danser op de bal van de voet “prikt” en meteen het andere been optilt in een gewenste positie.
Pirouette Een draai op één been, vaak in relevé (op de bal van de voet) uitgevoerd, waarbij de andere voet meestal tegen het standbeen wordt geplaatst.
Plie Een buiging van de knieën, die kan worden uitgevoerd in verschillende posities van de voeten (zoals demi-plié en grand plié).
Port de Bras De beweging van de armen door verschillende posities, vaak vloeiend en sierlijk uitgevoerd.
Relevé Het op de tenen of bal van de voeten stijgen vanuit een platte voetpositie, meestal met gestrekte benen.
Rond de Jambe Een cirkelvormige beweging van het been, waarbij het been naar voren, opzij en naar achteren beweegt of andersom.
Sauté Een algemene term voor sprongen waarbij de danser van de grond komt en weer landt, vaak in dezelfde positie.
Tendu Een beweging waarbij het werkende been gestrekt is en de voet naar voren, opzij of naar achteren wijst, terwijl de tenen de grond raken.
Tour en l’air Een sprong waarbij de danser in de lucht ronddraait en weer landt op twee voeten, meestal uitgevoerd door mannelijke dansers.
Dit overzicht van ballettermen biedt je een basiskennis van de belangrijkste begrippen die je tijdens je balletlessen zult tegenkomen. Gedurende de lessen leren de leerlingen deze termen vanzelf kennen. Het kennen en begrijpen van deze termen helpt je niet alleen om beter te dansen, maar ook om de lessen en instructies van je docent volledig te begrijpen. Bij Elena Ballet streven we ernaar om onze leerlingen zowel de praktische als de theoretische kant van ballet bij te brengen, zodat ze zich volledig kunnen ontwikkelen in deze prachtige kunstvorm.
Posities van voeten
1ste positie De hielen aan elkaar, de voeten naar buiten gedraaid, gelijk aan de schouderlijn. De voeten staan met de hele voetzolen op de grond.
2e positie De voeten naar buiten gedraaid, gelijk aan de schouderlijn. De afstand tussen de voeten is de lengte van één tot anderhalve voet. Let op dat het gewicht in het midden blijft.
3e positie De voeten naar buiten gedraaid, gelijk aan de schouderlijn. De hiel van de ene voet tegen het midden van de andere voet. De heupen blijven recht naar voren.
4e positie De voeten naar buiten gedraaid, de ene voet voor de andere. De afstand tussen de voeten is de lengte van één voet. De heupen blijven recht naar voren.
5e positie De voeten naar buiten gedraaid. De hiel van de ene voet tegen de tenen van de andere voet. De heupen blijven recht naar voren.
6e positie De voeten in de eerste positie parallel, voeten naast elkaar.
Posities van armen
1ste positie Plaats de armen gebogen voor het lichaam. Houd hierbij navelhoogte aan. De topjes van de vingers raken elkaar net niet.
2e positie Verplaats de armen opzij en plaats ze net iets onder schouderhoogte. De armen zijn nog lichtgebogen, maar van voren zien ze er horizontaal gestrekt uit.
3e positie Dit is een combinatie tussen de 1e en 2e positie. Plaats de ene arm opzij en de andere arm gebogen naar voren. Welke arm moet naar voren? De omgekeerde arm van het voorste been (vb. linkerbeen + rechterarm voor).
4e positie Hiervoor heb je twee opties. Optie 1: Plaats de ene arm opzij en de andere arm gebogen omhoog. De arm is lijn met het hoofd.
5e positie Voor de 5e positie plaats je beide armen omhoog. Houd een mooie ovale vorm aan, waarbij de toppen van de vingers elkaar niet raken.